De ene na de andere parel blijft opduiken tussen de stapels notariële akten. Hierbij wat van de nieuwste ontdekkingen op een rij.
Aan het eind van de achttiende eeuw worden spanningen tussen de Frans georiënteerde patriotten en oranjegezinden steeds vaker uitgevochten op straat. Het broeit in de stad. Of je het glas heft op de prins of juist niet vormt regelmatig het startsein voor een handgemeen in één van de plaatselijke herbergen.
Moest Cornelis van Homrigh in 1772 gemiddeld twee keer per dag de deur uit om te protesteren wegens het niet accepteren van een wisselbrief, in 1763 was hij figuurlijk gesproken nog hele dagen op pad. De europese bankencrisis van dat jaar was de reden voor de vele wisselprotesten. De schuldigen? Keiharde Amsterdamse zakenmannen: de gebroeders De Neufville.
Een notaris in functie werd blijkbaar niet altijd met respect ontvangen. Egidius Cremer had geen beste dag toen hij zich met rechte rug begaf naar het huis van een in gebreke blijvende koopman.
30 mei 1787 gaat de geschiedenis in als Bijltjesdag. Tweehonderddertig jaar geleden klonk het eerste rumoer vanaf de Oostelijke eilanden. De ontwikkelingen kunnen uur voor uur gevolgd worden vanuit de ooggetuigenverslagen in de notariële akten.
Hoe kwam Mietje aan haar eind? Werd ze vermoord in haar bedstee, of was het toch een zelfverkozen dood? Buren en de huisgenoot spreken elkaar tegen - en opeens bevindt notaris Van Hoorn zich middenin een moordzaak.
Er bestaan prenten van het achttiende-eeuwse straatleven van Amsterdam, waarop ook bedelaars en straatartiesten figureren. Deze paradijsvogels blijken soms echt te hebben bestaan.
Er zijn weer heel wat opvallende zaken opgedoken de afgelopen tijd. Kijk mee!
Willemina Markus was pas vijf toen zij werd meegenomen naar Amsterdam, haar moeder bleef in slavernij achter in Batavia.
Slavenhandel, goud, Afrikaanse vrouwen en Euro-Afrikaanse kinderen. Een brief en het testament van Johann Christiaan Fennekol geven een inkijkje in het leven van een Europeaan aan de kust van Afrika in de achttiende eeuw.
Kort nadat zij met hun schip in Bordeaux zijn aangekomen, krijgen de kok en twee matrozen de opdracht om een verstopte doos met 'chits' op te graven.
Deze zomer begint de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed met de berging van het VOC-schip Rooswijk dat in 1740 met man en muis verging. Eén van de matrozen was Thomas Huijdekoper, wiens VOC carrière slechts één dag geduurd heeft.
Was Westfrisius zijn nieuwe ganzenveer aan het testen? Of had hij een goede reden om een schimpschrift op een ruim 35 jaar daarvoor overleden Habsburger op te schrijven?
30 mei 1787 gaat de geschiedenis in als Bijltjesdag. Tweehonderddertig jaar geleden klonk het eerste rumoer vanaf de Oostelijke eilanden. De ontwikkelingen kunnen uur voor uur gevolgd worden vanuit de ooggetuigenverslagen in de notariële akten.
Slavenhandel, goud, Afrikaanse vrouwen en Euro-Afrikaanse kinderen. Een brief en het testament van Johann Christiaan Fennekol geven een inkijkje in het leven van een Europeaan aan de kust van Afrika in de achttiende eeuw.
De ene na de andere parel blijft opduiken tussen de stapels notariële akten. Hierbij wat van de nieuwste ontdekkingen op een rij.
Hoe kwam Mietje aan haar eind? Werd ze vermoord in haar bedstee, of was het toch een zelfverkozen dood? Buren en de huisgenoot spreken elkaar tegen - en opeens bevindt notaris Van Hoorn zich middenin een moordzaak.
Kort nadat zij met hun schip in Bordeaux zijn aangekomen, krijgen de kok en twee matrozen de opdracht om een verstopte doos met 'chits' op te graven.
Aan het eind van de achttiende eeuw worden spanningen tussen de Frans georiënteerde patriotten en oranjegezinden steeds vaker uitgevochten op straat. Het broeit in de stad. Of je het glas heft op de prins of juist niet vormt regelmatig het startsein voor een handgemeen in één van de plaatselijke herbergen.
Er bestaan prenten van het achttiende-eeuwse straatleven van Amsterdam, waarop ook bedelaars en straatartiesten figureren. Deze paradijsvogels blijken soms echt te hebben bestaan.
Deze zomer begint de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed met de berging van het VOC-schip Rooswijk dat in 1740 met man en muis verging. Eén van de matrozen was Thomas Huijdekoper, wiens VOC carrière slechts één dag geduurd heeft.
Moest Cornelis van Homrigh in 1772 gemiddeld twee keer per dag de deur uit om te protesteren wegens het niet accepteren van een wisselbrief, in 1763 was hij figuurlijk gesproken nog hele dagen op pad. De europese bankencrisis van dat jaar was de reden voor de vele wisselprotesten. De schuldigen? Keiharde Amsterdamse zakenmannen: de gebroeders De Neufville.
Er zijn weer heel wat opvallende zaken opgedoken de afgelopen tijd. Kijk mee!
Was Westfrisius zijn nieuwe ganzenveer aan het testen? Of had hij een goede reden om een schimpschrift op een ruim 35 jaar daarvoor overleden Habsburger op te schrijven?
Een notaris in functie werd blijkbaar niet altijd met respect ontvangen. Egidius Cremer had geen beste dag toen hij zich met rechte rug begaf naar het huis van een in gebreke blijvende koopman.
Willemina Markus was pas vijf toen zij werd meegenomen naar Amsterdam, haar moeder bleef in slavernij achter in Batavia.