Op veertien januari zit Barend 's middags thuis te eten met zijn vrouw Anna, huisgenoot Christoffel en schoonmaakster Christina. Barend besluit om met zijn schaatsen de deur uit te gaan, terwijl de rest nog even aan tafel blijft zitten. Als Barend het ijs op springt, komt ene Jurriaan Dalien hem tegemoet. Hij heeft een lade onder zijn arm en vraagt aan Barend twee duiten omdat hij het ijs betreedt. Barend weigert te betalen en gaat nietsvermoedend op een balk zijn schaatsen aantrekken. Op dat moment wordt hij door Jurriaan en een andere man aangevallen en geslagen.
Op de herrie komen de drie huisgenoten van Barend naar buiten en zij getuigen samen met omstanders over het vervolg van de ruzie. Ook Christoffel wordt geduwd en komt op het ijs terecht, terwijl alle andere getuigen zich in de ruzie mengen en proberen Barend te ontdoen van zijn aanvaller. In al zijn agressie gebruikt Jurriaan niet alleen zijn armen en benen, maar blijkbaar ook zijn tanden.
'zoo dat het bloed uit de daardoor bekoomen wond liep'
Als de vechtende partijen uit elkaar zijn gehaald, zien de getuigen dat 'de mond van hem Jurriaan Dalien met bloed bezoedeld was'. En dat was niet zijn eigen bloed, maar dat van het echtpaar Van Houten. In zijn gevecht had Jurriaan namelijk in de rechterhand van Barend gebeten, waardoor die laatste een gat in zijn hand had. Barends vrouw was er nog erger aan toe: zij had haar hand tussen haar man en zijn aanvaller gestoken in een poging ze uit elkaar te halen. Daarbij had Jurriaan zo hard in haar vinger gebeten dat zij nu een vingertopje miste.
De wonden van het echtpaar Van Houten worden behandeld door chirurgijn Groskamp. Hij verklaart dat Barend inderdaad een gat in zijn hand had, ter hoogte van zijn pink. Anna miste de helft van haar Digitæ Annularis, oftewel haar ringvinger. Groskamp is er niet gerust op: 'voor toevallen van de man ben ik niet bevreest, maar van de vrouw kan ik u niets met zekerhijt melden'. Hoe zou het met Barend en vooral Anna zijn afgelopen?
