In maart 1793 bevindt het Franse leger zich dicht bij de stad Leuven. Frankrijk had de oorlog verklaard aan het Oostenrijkse keizerrijk en daartoe behoorden ook de Belgische Nederlanden. Jan van Riet en Hendrik Wijthoop studeren in dat jaar aan de Universiteit van Leuven en ze raken daar bevriend met Jasper van den Helm. Die laatste meldt zich daar vrijwillig bij het Oostenrijks-Belgisch leger om te vechten tegen de Fransen. De strijd verloopt niet positief voor Jasper: niet alleen wordt hij krijgsgevangen genomen, maar hij raakt ook nog eens gewond aan het hoofd. Hij belandt in het ziekenhuis.
'tot een hospitaal was geapproprieert tot geneesingh van een blessure in ’t hoofd'
Ondertussen bleven zijn vrienden studeren in Leuven – de universiteit werd pas in 1797 door de Fransen gesloten – en komen regelmatig bij Jasper op bezoek. Het gaat steeds beter met de gewonde en hij mag van de dokter zelfs regelmatig naar buiten om zijn vrienden te bezoeken. Bij één van deze bezoeken, kiest Jasper het hazenpad en hij vlucht naar het noorden. Van zijn vrienden krijgt hij de juiste kleren en een paspoort, waardoor hij in Amsterdam terecht kan. Daar kon hij – weliswaar onder een andere naam – zijn gewone leven weer oppakken.
