Veel van de verhalen uit de notariële archieven spelen zich af op zee, aan boord van walvisvaarders, vissersboten of koopvaardijschepen.
Op 27 oktober 1639 verklaarde schipper Michiel Sijmonsz van Uitgeest bij de notaris over een tropische cycloon die een jaar eerder over het eiland Sint Christoffel raasde, waarbij verschillende schepen verloren gingen en gouverneur Pieter Minuit van Nieuw-Zweden om het leven kwam.
Een verslag van de concurrentie tussen de Groenlandse bevolking en een walvisvaarder uit de Republiek.
De Republiek was tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) neutraal, toch kregen ook Nederlandse schepen te maken met Engelse kapers. Zoals het scheepsvolk van het hoekerschip de Prins van Oranje in 1759.
Els Vermij en Willem-Jan van Grondelle doorzochten de akten van 51 notarissen op zoek naar bemanningsleden van het vergane VOC-schip Rooswijk. Ze vonden er 12.
Deze zomer begint de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed met de berging van het VOC-schip Rooswijk dat in 1740 met man en muis verging. Eén van de matrozen was Thomas Huijdekoper, wiens VOC carrière slechts één dag geduurd heeft.
Op het schip 'de Post van Bordeaux' hadden ze een ongelukkige hand in het kiezen van hun scheepskoks. Deze bleken met hun kookkunsten de sfeer aan boord flink te kunnen verpesten. De bemanning vertelt in geuren en kleuren aan notaris Verleij.
Op 13 januari 1729 werd het schip ‘De Jonge Abraham’ voor de kust van Venezuela in beslag genomen door twee Spaanse oorlogsschepen. Kapitein Gerbrand Pranger dacht slim te zijn, hij stuurde zijn opperstuurman er in het geheim op uit om het handelsgeld te begraven.
Het kantoor van Simon van Sevenhoven was uitgestorven in die eerste drie maanden van 1684. De zeer strenge winter was een ramp voor de in zeezaken gespecialiseerde notaris. Maar nu brak april aan. Schepen liepen de haven van Amsterdam binnen en Simons kantoor zat weer vol scheepslui die over hun reis met ontberingen wilden verklaren.
De scheepsverklaringen van notaris Jan Verleij laten zich vaak lezen als jongensboeken. Vooral de akten over de walvisvaart spreken met hun letterlijk vaak ijzingwekkende verhalen tot de verbeelding.
Veel van de verhalen uit de notariële archieven spelen zich af op zee, aan boord van walvisvaarders, vissersboten of koopvaardijschepen.
De Republiek was tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) neutraal, toch kregen ook Nederlandse schepen te maken met Engelse kapers. Zoals het scheepsvolk van het hoekerschip de Prins van Oranje in 1759.
Op 13 januari 1729 werd het schip ‘De Jonge Abraham’ voor de kust van Venezuela in beslag genomen door twee Spaanse oorlogsschepen. Kapitein Gerbrand Pranger dacht slim te zijn, hij stuurde zijn opperstuurman er in het geheim op uit om het handelsgeld te begraven.
Op 27 oktober 1639 verklaarde schipper Michiel Sijmonsz van Uitgeest bij de notaris over een tropische cycloon die een jaar eerder over het eiland Sint Christoffel raasde, waarbij verschillende schepen verloren gingen en gouverneur Pieter Minuit van Nieuw-Zweden om het leven kwam.
Els Vermij en Willem-Jan van Grondelle doorzochten de akten van 51 notarissen op zoek naar bemanningsleden van het vergane VOC-schip Rooswijk. Ze vonden er 12.
Het kantoor van Simon van Sevenhoven was uitgestorven in die eerste drie maanden van 1684. De zeer strenge winter was een ramp voor de in zeezaken gespecialiseerde notaris. Maar nu brak april aan. Schepen liepen de haven van Amsterdam binnen en Simons kantoor zat weer vol scheepslui die over hun reis met ontberingen wilden verklaren.
Deze zomer begint de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed met de berging van het VOC-schip Rooswijk dat in 1740 met man en muis verging. Eén van de matrozen was Thomas Huijdekoper, wiens VOC carrière slechts één dag geduurd heeft.
De scheepsverklaringen van notaris Jan Verleij laten zich vaak lezen als jongensboeken. Vooral de akten over de walvisvaart spreken met hun letterlijk vaak ijzingwekkende verhalen tot de verbeelding.
Een verslag van de concurrentie tussen de Groenlandse bevolking en een walvisvaarder uit de Republiek.
Op het schip 'de Post van Bordeaux' hadden ze een ongelukkige hand in het kiezen van hun scheepskoks. Deze bleken met hun kookkunsten de sfeer aan boord flink te kunnen verpesten. De bemanning vertelt in geuren en kleuren aan notaris Verleij.