In september 1794 vertrok Marten Dreewes met het slavenschip d'Elmina Pacquet van Amsterdam naar de kust van Guinee om daar tot slaaf gemaakte mensen te kopen. Het schip d'Elmina Pacquet was eigendom van de reders Johannes Fåhraeus en Johan Joachim Laurin, twee Zweedse immigranten die in Amsterdam een succesvol handelshuis runden. Wat gebeurde er tijdens deze reis?
Slavernij, hitte en tropische ziekten, de kolonie Berbice in Zuid-Amerika kende barre leefomstandigheden. Zo bar dat 'naar de Barbiesjes gaan' synoniem werd voor 'kapot gaan'.
Zonder een stap in de kolonie te hoeven zetten, kon je in Amsterdam eigenaar worden van honderden tot slaaf gemaakte Afrikanen in Suriname.
In september 1794 vertrok Marten Dreewes met het slavenschip d'Elmina Pacquet van Amsterdam naar de kust van Guinee om daar tot slaaf gemaakte mensen te kopen. Het schip d'Elmina Pacquet was eigendom van de reders Johannes Fåhraeus en Johan Joachim Laurin, twee Zweedse immigranten die in Amsterdam een succesvol handelshuis runden. Wat gebeurde er tijdens deze reis?
Slavernij, hitte en tropische ziekten, de kolonie Berbice in Zuid-Amerika kende barre leefomstandigheden. Zo bar dat 'naar de Barbiesjes gaan' synoniem werd voor 'kapot gaan'.
Zonder een stap in de kolonie te hoeven zetten, kon je in Amsterdam eigenaar worden van honderden tot slaaf gemaakte Afrikanen in Suriname.