De hoogbejaarde Teuntje Hartsen wil graag haar testament op laten maken. Daarin laat zij wel een heel bijzonder object na aan haar dochter Cornelia, namelijk een schilderij van haar grootouders geschilderd door Rembrandt van Rijn. Hiermee wordt de aanname van juffrouw Van Eeghen uit 1969 bevestigd.
Over de levens van slaafgemaakte kinderen in het vroegmoderne rijk van de Republiek was nog maar weinig bekend. Ze hebben maar weinig sporen achtergelaten in de archieven en de bronnen die er zijn, zijn vaak opgesteld vanuit het perspectief van de kolonisator. Diepgaand archiefonderzoek naar slaafgemaakte kinderen in de achttiende eeuw wijst echter uit dat zij een belangrijke en bijzondere rol vervulden binnen het slavernijsysteem. In een zeldzame attestatie opgesteld bij de Amsterdamse notaris Jelmer de Bruyn komen drie slaafgemaakte kinderen, Sambij, Biree en Porx, zélf aan het woord.
In 1759 legde de Zweedse schipper Matthijs Maouw met enkele bemanningsleden een verklaring af over zijn laatste reis van Sint Maarten naar Amsterdam. Tijdens deze reis van het schip de Herstelder twee maal gekaapt. Hoe dat afliep? Lees het hier.
Op 27 november 1629 liet de doodzieke en aan de pest lijdende Vrerick Nonnesz een testament opstellen op afstand. Hoewel het in eerste instantie leek alsof hij de pest had overleefd, was dit waarschijnlijk toch niet het geval. Of is de logementhoudster de onbetrouwbare bron? Een vervolgverhaal.
In september 1794 vertrok Marten Dreewes met het slavenschip d'Elmina Pacquet van Amsterdam naar de kust van Guinee om daar tot slaaf gemaakte mensen te kopen. Het schip d'Elmina Pacquet was eigendom van de reders Johannes Fåhraeus en Johan Joachim Laurin, twee Zweedse immigranten die in Amsterdam een succesvol handelshuis runden. Wat gebeurde er tijdens deze reis?
Cornelis van Santen hield Jan Fokke stevig beet, terwijl Anna Blauwduif schreeuwde: ‘Vermoord den Hond, hij heeft U Broeder helpen vermoorden’. Een ontmoeting tussen Amsterdamse familieleden en bekenden in de Franse kostschool van kostschoolhouder Hieronimus Franciscus de Hautepenne de la Tour in Abcoude leidde tot een flinke vechtpartij.
In 1748 trouwde de Noorse Rachel Theunis in Amsterdam met de circa veertig jaar oudere Noor Govert Cornelisse Veltbus. Beiden waren afkomstig uit Kristiansand en woonden in Amsterdam in de Ridderstraat. Nadat ze weduwe werd van Veltbus trouwde ze nog drie keer. Samen met haar echtgenoten runde ze een pension in de Ridderstraat: ‘Het Gekroonde Hof van Denemarken’.
Relatieproblemen zijn van alle tijden. Hoewel ze soms gemoedelijk uitgepraat kunnen worden, loopt het helaas ook vaak uit de hand. Het eerste huwelijksjaar van het piepjonge stel Cornelis Meerkamp en Petronella Meyer was een opeenstapeling van schrijnende situaties, zo blijkt uit een reeks attestaties in 1776 en 1777 voor notaris Nathanaël Wilthuijzen.
Den Haag was niet de onbetwiste diplomatieke hoofdstad van de Republiek: ook in Amsterdam krioelde het van de diplomatieke gezanten. Echter hielden deze zich soms maar sporadisch bezig met diplomatie. De diplomatieke familie Renard bestond uit visliefhebbers, potentiële schoonmaaksters en raamspringers, die hun sporen hebben achtergelaten in het notarieel archief.
Op 31 oktober 1735 legden kapitein Steven van Lint en zijn familie een verklaring af over de slaafgemaakte jongen Snak die vanuit Amsterdam naar Curaçao was gebracht. De verklaring ging over de reis en de goede behandeling van zijn nieuwe eigenaar, fiscaal Jan van Schagen. Waarom? Snak was uit Curaçao gevlucht en bevond zich weer in Amsterdam.
De hoogbejaarde Teuntje Hartsen wil graag haar testament op laten maken. Daarin laat zij wel een heel bijzonder object na aan haar dochter Cornelia, namelijk een schilderij van haar grootouders geschilderd door Rembrandt van Rijn. Hiermee wordt de aanname van juffrouw Van Eeghen uit 1969 bevestigd.
In september 1794 vertrok Marten Dreewes met het slavenschip d'Elmina Pacquet van Amsterdam naar de kust van Guinee om daar tot slaaf gemaakte mensen te kopen. Het schip d'Elmina Pacquet was eigendom van de reders Johannes Fåhraeus en Johan Joachim Laurin, twee Zweedse immigranten die in Amsterdam een succesvol handelshuis runden. Wat gebeurde er tijdens deze reis?
Relatieproblemen zijn van alle tijden. Hoewel ze soms gemoedelijk uitgepraat kunnen worden, loopt het helaas ook vaak uit de hand. Het eerste huwelijksjaar van het piepjonge stel Cornelis Meerkamp en Petronella Meyer was een opeenstapeling van schrijnende situaties, zo blijkt uit een reeks attestaties in 1776 en 1777 voor notaris Nathanaël Wilthuijzen.
Over de levens van slaafgemaakte kinderen in het vroegmoderne rijk van de Republiek was nog maar weinig bekend. Ze hebben maar weinig sporen achtergelaten in de archieven en de bronnen die er zijn, zijn vaak opgesteld vanuit het perspectief van de kolonisator. Diepgaand archiefonderzoek naar slaafgemaakte kinderen in de achttiende eeuw wijst echter uit dat zij een belangrijke en bijzondere rol vervulden binnen het slavernijsysteem. In een zeldzame attestatie opgesteld bij de Amsterdamse notaris Jelmer de Bruyn komen drie slaafgemaakte kinderen, Sambij, Biree en Porx, zélf aan het woord.
Cornelis van Santen hield Jan Fokke stevig beet, terwijl Anna Blauwduif schreeuwde: ‘Vermoord den Hond, hij heeft U Broeder helpen vermoorden’. Een ontmoeting tussen Amsterdamse familieleden en bekenden in de Franse kostschool van kostschoolhouder Hieronimus Franciscus de Hautepenne de la Tour in Abcoude leidde tot een flinke vechtpartij.
Den Haag was niet de onbetwiste diplomatieke hoofdstad van de Republiek: ook in Amsterdam krioelde het van de diplomatieke gezanten. Echter hielden deze zich soms maar sporadisch bezig met diplomatie. De diplomatieke familie Renard bestond uit visliefhebbers, potentiële schoonmaaksters en raamspringers, die hun sporen hebben achtergelaten in het notarieel archief.
In 1759 legde de Zweedse schipper Matthijs Maouw met enkele bemanningsleden een verklaring af over zijn laatste reis van Sint Maarten naar Amsterdam. Tijdens deze reis van het schip de Herstelder twee maal gekaapt. Hoe dat afliep? Lees het hier.
In 1748 trouwde de Noorse Rachel Theunis in Amsterdam met de circa veertig jaar oudere Noor Govert Cornelisse Veltbus. Beiden waren afkomstig uit Kristiansand en woonden in Amsterdam in de Ridderstraat. Nadat ze weduwe werd van Veltbus trouwde ze nog drie keer. Samen met haar echtgenoten runde ze een pension in de Ridderstraat: ‘Het Gekroonde Hof van Denemarken’.
Op 31 oktober 1735 legden kapitein Steven van Lint en zijn familie een verklaring af over de slaafgemaakte jongen Snak die vanuit Amsterdam naar Curaçao was gebracht. De verklaring ging over de reis en de goede behandeling van zijn nieuwe eigenaar, fiscaal Jan van Schagen. Waarom? Snak was uit Curaçao gevlucht en bevond zich weer in Amsterdam.
Op 27 november 1629 liet de doodzieke en aan de pest lijdende Vrerick Nonnesz een testament opstellen op afstand. Hoewel het in eerste instantie leek alsof hij de pest had overleefd, was dit waarschijnlijk toch niet het geval. Of is de logementhoudster de onbetrouwbare bron? Een vervolgverhaal.