In 1759 legde de Zweedse schipper Matthijs Maouw met enkele bemanningsleden een verklaring af over zijn laatste reis van Sint Maarten naar Amsterdam. Tijdens deze reis van het schip de Herstelder twee maal gekaapt. Hoe dat afliep? Lees het hier.
Probleemkind Philippe de Marolles jr. trad nooit in de voetsporen van zijn vader Philippe en zijn broer Thierry Daniel de Marolles, beiden gerespecteerde notarissen. Volgens de archieven begonnen de roddels over een onecht kind, bigamie en de huwelijkse plicht allemaal bij zijn schoonzus.
Een groot aantal notarissen had één of meerdere nevenfuncties: bijvoorbeeld het ambt van advocaat, secretaris van de Hoofdofficier, priester, curator of commissaris. Een opvallende nevenfunctie was notaris van het Burgerweeshuis of boekhouder van het Burgerweeshuis. Wie waren deze notarissen en wat deden ze bij het Weeshuis?
In september werd al gemeld dat het Stadsarchief erin was geslaagd om een eerste algemeen model te maken voor 18e eeuwse notariële handschriften. Sindsdien is ook gewerkt een keyword-spotting (KWS) demonstrator op basis van dit model. Zowel het model als de KWS-demonstrator zijn nu voor iedereen te gebruiken.
In 1748 trouwde de Noorse Rachel Theunis in Amsterdam met de circa veertig jaar oudere Noor Govert Cornelisse Veltbus. Beiden waren afkomstig uit Kristiansand en woonden in Amsterdam in de Ridderstraat. Nadat ze weduwe werd van Veltbus trouwde ze nog drie keer. Samen met haar echtgenoten runde ze een pension in de Ridderstraat: ‘Het Gekroonde Hof van Denemarken’.
In 1733 verging het VOC-schip de Blijdorp voor de kust van Senegal. Van de weinige zeelieden die de ramp overleefden wisten er maar weinig terug te komen in de Republiek. Dankzij een scheepsverklaring bij de notaris en uitgebrachte scheepsjournalen weten we meer over de erbarmelijke omstandigheden die het scheepsvolk heeft doorstaan: een bloederig gevecht met een lokale Afrikaanse koning, de Franse gouverneur die ze inzet voor slavenarbeid, en vele afgelegde kilometers in de volle zon zonder kleding, eten, en drinken. Slechts enkelen overleefden.
Veel VOC-opvarenden namen grote bedragen mee naar Azië als smokkelwaar of voor privéhandel. Schipper Willem Schull maakte het wel heel bont. Hij leende duizenden gulden en bouwde zo een enorme schuld op.
Op 31 oktober 1735 legden kapitein Steven van Lint en zijn familie een verklaring af over de slaafgemaakte jongen Snak die vanuit Amsterdam naar Curaçao was gebracht. De verklaring ging over de reis en de goede behandeling van zijn nieuwe eigenaar, fiscaal Jan van Schagen. Waarom? Snak was uit Curaçao gevlucht en bevond zich weer in Amsterdam.
Advocaat Jacob Locq was zo ongerust over een telg uit de familie Schaap dat hij uitgebreid verslag over de jongeman deed bij notaris George Wetstein. Waarom exact de vuile was buiten werd gehangen is niet bekend, maar de arme Martinus Schaap stond er niet fraai op.
Reizende Amsterdammers brachten allerlei zaken mee vanuit de overzeese koloniën. Soms kwamen er echter niet alleen materiële goederen mee, maar ook mensen in slavernij. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een boedelinventaris opgemaakt door notaris Philippus Pot van de bezittingen van een passagier aan boord van een schip dat in 1764 vanuit Suriname in Amsterdam was aangekomen. Onder de bezittingen bevonden zich niet alleen goederen, maar ook een tot slaaf gemaakte jongen.
In 1759 legde de Zweedse schipper Matthijs Maouw met enkele bemanningsleden een verklaring af over zijn laatste reis van Sint Maarten naar Amsterdam. Tijdens deze reis van het schip de Herstelder twee maal gekaapt. Hoe dat afliep? Lees het hier.
In 1748 trouwde de Noorse Rachel Theunis in Amsterdam met de circa veertig jaar oudere Noor Govert Cornelisse Veltbus. Beiden waren afkomstig uit Kristiansand en woonden in Amsterdam in de Ridderstraat. Nadat ze weduwe werd van Veltbus trouwde ze nog drie keer. Samen met haar echtgenoten runde ze een pension in de Ridderstraat: ‘Het Gekroonde Hof van Denemarken’.
Op 31 oktober 1735 legden kapitein Steven van Lint en zijn familie een verklaring af over de slaafgemaakte jongen Snak die vanuit Amsterdam naar Curaçao was gebracht. De verklaring ging over de reis en de goede behandeling van zijn nieuwe eigenaar, fiscaal Jan van Schagen. Waarom? Snak was uit Curaçao gevlucht en bevond zich weer in Amsterdam.
Probleemkind Philippe de Marolles jr. trad nooit in de voetsporen van zijn vader Philippe en zijn broer Thierry Daniel de Marolles, beiden gerespecteerde notarissen. Volgens de archieven begonnen de roddels over een onecht kind, bigamie en de huwelijkse plicht allemaal bij zijn schoonzus.
In 1733 verging het VOC-schip de Blijdorp voor de kust van Senegal. Van de weinige zeelieden die de ramp overleefden wisten er maar weinig terug te komen in de Republiek. Dankzij een scheepsverklaring bij de notaris en uitgebrachte scheepsjournalen weten we meer over de erbarmelijke omstandigheden die het scheepsvolk heeft doorstaan: een bloederig gevecht met een lokale Afrikaanse koning, de Franse gouverneur die ze inzet voor slavenarbeid, en vele afgelegde kilometers in de volle zon zonder kleding, eten, en drinken. Slechts enkelen overleefden.
Advocaat Jacob Locq was zo ongerust over een telg uit de familie Schaap dat hij uitgebreid verslag over de jongeman deed bij notaris George Wetstein. Waarom exact de vuile was buiten werd gehangen is niet bekend, maar de arme Martinus Schaap stond er niet fraai op.
Een groot aantal notarissen had één of meerdere nevenfuncties: bijvoorbeeld het ambt van advocaat, secretaris van de Hoofdofficier, priester, curator of commissaris. Een opvallende nevenfunctie was notaris van het Burgerweeshuis of boekhouder van het Burgerweeshuis. Wie waren deze notarissen en wat deden ze bij het Weeshuis?
Veel VOC-opvarenden namen grote bedragen mee naar Azië als smokkelwaar of voor privéhandel. Schipper Willem Schull maakte het wel heel bont. Hij leende duizenden gulden en bouwde zo een enorme schuld op.
Reizende Amsterdammers brachten allerlei zaken mee vanuit de overzeese koloniën. Soms kwamen er echter niet alleen materiële goederen mee, maar ook mensen in slavernij. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een boedelinventaris opgemaakt door notaris Philippus Pot van de bezittingen van een passagier aan boord van een schip dat in 1764 vanuit Suriname in Amsterdam was aangekomen. Onder de bezittingen bevonden zich niet alleen goederen, maar ook een tot slaaf gemaakte jongen.
In september werd al gemeld dat het Stadsarchief erin was geslaagd om een eerste algemeen model te maken voor 18e eeuwse notariële handschriften. Sindsdien is ook gewerkt een keyword-spotting (KWS) demonstrator op basis van dit model. Zowel het model als de KWS-demonstrator zijn nu voor iedereen te gebruiken.